Ondanks dit alles blijft de doorsnee Nepalees gul, gastvrij, behulpzaam. “Pure liefde die hier ten toon wordt gespreid… het raakt mij elke keer weer diep!”, vertelt Wilna na zeven weken verblijf afgelopen voorjaar. “Prachtig hoe de natuur ontluikt, het frisse groen van bomen en struiken in de ravijnen en langs de wegen. Licht en schoonheid, het breekt door alles heen.”
De bestuursleden waren extra onder de indruk van de opgewektheid in het Apanga gehandicaptencentrum in Dhading en van een Judo-internaat in Kathmandu. Het Judo-internaat is bedoeld voor kinderen van gedetineerde ouders. Er wonen 31 jongeren. Ze gaan naar school en vinden er een thuis met een fijne sfeer. Een paar vrouwen zijn vrijwel continue in huis en zorgende de thee klaar staan, het eten is gekookt en alles daarom heen. Er wordt geslapen in slaapzalen en wat heerst er een saamhorigheid. We zijn alleen daarvan al onder de indruk. Zes dagen in de week zijn er judo trainingen, verzorgd door een zeer gedreven judoka die het beste met iedereen voor heeft. Het judo niveau is hoog en misschien wel het indrukwekkendste is de empowerment van de jongeren die wordt aangesproken. En evenals in het Apanga gehandicapten centrum spreken mensen en kinderen van hart tot hart hun dankbaarheid en tevredenheid uit, zowel met woorden als non-verbaal met gebaren en ‘knuffels’. Daar maken ze geen onderscheid in leeftijd en status. Ons in het westen wordt vooral geleerd ‘professionele’ afstand te houden, vooral niet te dichtbij komen, ons niet te veel te hechten.
Het tegenovergestelde zagen we hier bij Apanga en bij het Judo-internaat en misschien is dat wel de reden dat hun onvoorwaardelijke uiting van ‘geluk’ opvalt. Die kwaliteit zit in de Nepalees, maar wordt door westerse ‘kwaliteiten’ onderdrukt of overheerst. Het is de kunst om door vergroten van zelfwaardering die kwaliteit weer naar voren te laten komen. Te beginnen bij Shiva, Govinda en andere veldwerkers. Daarvoor is waardevol om hen eens per jaar te bezoeken en waardering voor hen te uiten.