De eerste indrukken van Ilse terug in Nepal
Namaste Diyo-vrienden,
Het is voor jullie waarschijnlijk niet voor te stellen hoe we dagelijks met heftige en zeer wisselende emoties te maken hebben. Ik probeer het in dit blog onder woorden te brengen.
Nu, ruim een jaar na de verschrikkelijke aardbevingen, ben ik met de kinderen weer vijf weken terug in Nepal. Het is fijn om weer terug te zijn in onze vertrouwde omgeving, bij onze familie en vooral ook bij Shiva, maar: het is natuurlijk ook heel erg wennen. Vaya heeft haar draai hier op school gelukkig helemaal gevonden. Arjun heeft het nog erg lastig met de overgang van Nederland naar Nepal en vraagt veel aandacht en begeleiding.
En wat betreft mijzelf: ik moet vaak zeggen dat we hier ook nog maar een week of vijf zijn en dat ik niet van mezelf kan verwachten dat ik hier nu al vrolijk en onbezorgd rondloop. Sinds een week of zo slaap ik ’s nachts wat beter, tot die tijd lag ik altijd alert in bed.
Ik ben nog continue bezig met een mogelijke beving. Kijk altijd, waar ik ook ben, waar een evt. open plek is, waar ik een gebouw uit zou kunnen en hoe ik snel iemand kan bereiken. Verder zorg ik altijd dat ik genoeg beltegoed heb, dat mijn telefoon voldoende is opgeladen, etc. En ik spring meerdere keren per dag op bij een onverwacht geluid of trilling of wat dan ook. Toch is er soms ook een uur dat ik even niet aan de aardbeving denk…
Ik beschrijf dit zo uitgebreid om het gevoel over te brengen, vooral ook omdat ik er achter ben gekomen dat ik niet de enige ben, sterker nog: nagenoeg iedereen loopt hier in Nepal zo rond. Vrouwen of mannen: geen verschil. Vorige week gingen we met de groep Nederlandse studenten uit eten. Shiva kiest dan een restaurant dat niet omringd is door hoge gebouwen en met mogelijkheid om snel op een open plek te zijn.. Iedereen reageert op zijn of haar eigen manier op dit alles, het laat nog steeds niemand onberoerd.
Elke dag word ik geconfronteerd met beschadigde gebouwen, tempels die er ineens niet meer zijn, bijvoorbeeld een heel klooster dat weggevaagd is bij Swayambunath (de monkey temple).
En dan Dhading: daar is het nog veel ernstiger. Bijna niks is meer zoals het er was. Alleen de nieuwe modern gebouwde huizen staan er nog, op alle locaties waar we werken moeten we nieuwe accommodaties regelen.
Het heeft de mensen heel goed gedaan om daar aanwezig te zijn. Al het werk dat Shiva en de andere veldwerkers samen met de bewoners hebben gedaan.. ik ben zwaar onder de indruk. Wat een veerkracht! Ongelofelijk. Dat was er natuurlijk altijd al, en met een ramp als deze nog veel meer…
Ik realiseer me dat het nog jaren en jaren gaat duren voor we ook als stichting weer in ‘normaal’ vaarwater komen, als de situatie tenminste stabiel blijft. Het voelt als heel fragiel allemaal. Mensen staan nu nóg meer in de overlevingsstand als ik het zo zie. Het onbezorgde gevoel dat ik bij veel mensen in Dhading had (‘we leven bij de dag’, ‘kome wat komt’) is er niet meer, dat is echt duidelijk voelbaar. Ik weet niet precies waarom het me rust gaf om daar te zijn, maar misschien ook wel omdat het een gevoel van broederschap met zich meebracht. Dat is in Nepal natuurlijk altijd al sterk aanwezig, maar nu helemaal: we zijn hier allemaal samen en samen moeten we deze ervaringen en het leven zoals het nu is, met angsten en trauma’s, maar ook met hoop voor wederopbouwdoormaken. Niemand kan dit alleen. Verschillen tussen mensen vallen weg: iedereen zit in hetzelfde schuitje. Er is geen onderscheid tussen die man of vrouw daar in Dhading en Shiva en mij. We hebben het allemaal te doen met de mogelijkheden die we hebben. Wij als veldwerkers van de stichting staan niet ten dienste van de mensen in Dhading, we staan nu écht naast elkaar.
Bij de wederopbouw van de scholen is dat hetzelfde: we moeten het samen doen. Homestay net zo: we moeten kijken hoe we samen de boel weer op poten krijgen zodat er weer inkomsten komen voor de dorpsgemeenschappen.