Het begon met een reis…
Ilse Bennink is de oprichtster van Stichting Diyo Nepal. Vanaf het begin werkt zij als veldwerker volop mee aan de acties en projecten. Ilse Bennink vertelt over het
ontstaan van Diyo Nepal in 2007.
Vorig jaar had ik nooit kunnen denken dat ik nu, in 2007, opnieuw in Azië ben. Wat begon met een reis naar India en de Nepalese Himalaya, ging verder in de liefde voor Nepal, de bergen, de groene dalen, de religie, de cultuur en voor één man in het bijzonder: Shiva Sapkota. Het afgelopen jaar liep alles zo samen, dat ik de kans kreeg om voor langere tijd op reis te gaan. Op reis naar een land waar ik nu de tijd heb om meer te ervaren, te zien, te proeven, te ruiken…
Tijdelijk woon ik in een buitenwijk van Kathmandu, weg van de hotels, de reisbureaus en de toeristen. Dit geeft me de kans om het Nepalese leven van binnenuit te zien.
‘s Ochtends word ik wakker met de rinkelende bellen van de tempel van Ganesha,kraaiende hanen, schuifelende voeten… de stad ontwaakt… Na de ochtendthee lopen we door de stoffige straatjes om groente te halen waarmee ons ochtendmaal wordt bereid: rijst met linzen en de verse etenswaren. Zo begint de dag in een vast ritueel, de rest van de dag verloopt zoals het leven gaat: iedere keer anders.
Ik geniet ervan om naar de mensen te kijken. Subtiel en afwachtend zoals de mensen hier zijn, komt langzaam het contact op gang. Zittend op een muurtje en met Shiva als tolk komen de verhalen. Ik luister in verwondering. Achter de kleurrijke sari’s, de rinkelendermbanden en de traditionele hoeden die de mannen dragen, gaat een andere wereld schuil. Een wereld die laat zien dat ik me hier inderdaad in één van de armste landen van de wereld bevind. De mensen dragen hun lot met kracht en vertrouwen in het nu: religie speelt daarbij een grote rol. Iedereen draagt bij wat hij kan, elk op zijn of haar eigen manier. Ook ik ben nu deel van het leven hier en voel daarom dat ik iets, hoe klein dan ook, kan doen.
Naar Shiva kijk ik met veel respect. Hij draagt de verantwoordelijkheid voor een groot deel van zijn familie en de mensen daaromheen. Met zijn hulp kunnen er nu 10 kinderen (2007 red.) naar school, waar ze fundamenteel onderwijs krijgen en zo de basis leggen voor een goede toekomst. De ouders van de kinderen wonen inmiddels in een huis in de buurt van de school, zodat zij bij hun kinderen betrokken kunnen zijn.
De basis is gelegd, maar er is veel dat nog kan veranderen. Zo zijn er twee kinderen van wie de moeder ernstige rugklachten heeft. Daardoor is zij niet in staat om voor schooltijd op het houtvuur een maaltijd te maken die de kinderen mee kunnen nemen naar school. Een gaspitje zou al een uitkomst zijn, het scheelt veel werk en de kinderen kunnen dan in elk geval een klein pakketje met eten meenemen, zodat ze niet de hele dag met een lege maag op school zitten.
Een ander voorbeeld: in een lokale school, ver van de toeristenroutes, is geen geld voor schriften en potloden. Met een kleine gift kunnen de kinderen weer vooruit en wordt het onderwijs doeltreffender.
Een zak maïs voor een ander gezin biedt weer eten voor een maand. Ik weet het: het zijn kleine dingen, maar juist die kleine dingen kunnen een groot verschil maken voor de mensen hier.
Met hulp van lokale instanties heb ik een kleine actie op touw gezet, waarbij het beschikbare geld naar dit soort kleine projecten kan gaan. Zo steunen we niet de alleen de kinderen en de gezinnen waar ik het over had, maar bijvoorbeeld ook de papierschepfabriek, het kleine naaiatelier en de Tibetaanse gemeenschap. Ik hoop dat u begrijpt dat ik dit doe om enige hulp te bieden. Mocht u daaraan mee willen helpen, dan houd ik u graag op de hoogte van de dingen die we met de giften kunnen bereiken.
Alvast heel hartelijk dank!
Namaste,
Ilse Bennink & Shivahari Sapkota
Kathmandu, 2007