Onderweg ontmoetten we ook andere projecten met gedreven (Europeese) vrijwilligers. Goed bedoelde plannen die van ‘a tot z’ zijn uitgewerkt en met een vast tijdpad in Nepal moeten worden uitgerold. Een Europese visie; doortastend en overtuigd van de kwaliteit. Maar zonder aansluiting op de cultuur en met gering respect voor lokale initiatieven, daar wordt vaak aan voorbij gegaan.
En juist die verbinding, ontmoetingen en gesprekken met de ontvangers van de hulp, lieten ons zien hoe we als stichting de hulp tot waarde komt. Wij maken geen mooie plannen, we volgen de veldwerkers. Lokale toppers die perfect aanvoelend waar welke hulp op welke manier passend is en daar praktische ideeën voor hebben. Ze hebben ons niet nodig om de plannen uit te rollen. Wel om bevestigd en gewaardeerd te worden voor nog meer zelfvertrouwen en af en toe een beetje coaching in projectmatig werken.
Uit een werkbezoek blijkt dat de veldwerkers veel meer doen dan wij weten. Als we vragen om wat foto’s van hun acties en dan volgen er veel meer dan verwacht. Naast de schooluniformen, schoolschriften, wordt er ook individuele hulp geboden. De een is geholpen door maandelijks de medicatie te vergoeden, een ander wordt geholpen met vervoer om wonden te verzorgen in het ziekenhuis, bij een gezin wordt elektriciteit aangelegd en zo volgen er talloze verhalen.
Bij de ‘Diyo aanpak’ draait het om: bescheiden blijven en de wensen en ideeën van lokale mensen volgen. Het kost meer geduld om het resultaat van deze aanpak te zien, maar dit ‘zaad’ draagt langer ‘vrucht’.